van een GPS-verbinding
Houd rekening met het volgende als het apparaat geen
satellietsignaal kan detecteren:
• Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter
signaal te ontvangen.
• Ga als u buiten bent naar een omgeving met minder
obstakels.
• Controleer of de GPS-antenne van het apparaat niet
wordt afgedekt door uw hand.
• Slechte weersomstandigheden kunnen de
signaalsterkte beïnvloeden.
• Sommige voertuigen hebben getint (athermisch) glas,
dat de satellietsignalen kan blokkeren.
De status van het satellietsignaal controleren — Als u
wilt controleren hoeveel satellieten uw apparaat heeft
gevonden, en of uw apparaat satellietsignalen ontvangt,
selecteert u
Menu
>
Toepassngn
>
GPS-gegevens
en
Opties
>
Satellietstatus
.
Als uw apparaat satellieten
heeft gevonden, wordt voor
elke satelliet een balk
weergegeven in de weergave
Satellietinformatie. Hoe langer
de balk, hoe sterker het
satellietsignaal is. Als uw
apparaat voldoende gegevens
heeft ontvangen van het satellietsignaal om uw locatie te
kunnen berekenen, verandert de kleur van de balk.
In eerste instantie moet het apparaat signalen van
minstens vier satellieten ontvangen om uw locatie te
kunnen berekenen. Nadat een eerste berekening is
gemaakt, kunnen verdere berekeningen van uw locatie
mogelijk worden uitgevoerd met drie satellieten. Meestal
komt het echter de nauwkeurigheid ten goede als meer
satellieten worden gevonden.
78
Positionering (GPS)