Nokia E72 - WLAN-internettoegangspunten

background image

WLAN-internettoegangspunten

Selecteer

Menu

>

Bed. paneel

>

Instellingen

en

Verbinding

>

Bestemmingen

>

Toegangspunt

en

volgt u de instructies op het scherm. U kunt ook een van

de groepen met toegangspunten openen, een

toegangspunt selecteren waarvoor de aanduiding

wordt weergegeven en vervolgens

Opties

>

Bewerken

selecteren.
Gebruik de instructies die u hebt ontvangen van uw

serviceprovider om de volgende opties te bewerken:

WLAN-netwerknaam

— Selecteer

Handmatig

opgeven

of

Netw.namen zoeken

. Als u een bestaand

netwerk selecteert, worden

WLAN-netwerkmodus

en

136

Instellingen

background image

WLAN-beveiligingsmodus

bepaald aan de hand van

de instellingen van het toegangspuntapparaat.

Netwerkstatus

— Hiermee geeft u aan of de naam van

het netwerk wordt weergegeven.

WLAN-netwerkmodus

— Selecteer

Ad-hoc

als u een

ad-hocnetwerk wilt maken en apparaten rechtstreeks

gegevens moeten kunnen verzenden en ontvangen.

Een WLAN-toegangspunt is niet nodig. In een ad-

hocnetwerk moeten alle apparaten dezelfde WLAN-

netwerknaam gebruiken.

WLAN-beveiligingsmodus

— Selecteer de

coderingsmethode die u wilt gebruiken:

WEP

,

802.1x

,

of

WPA/WPA2

(802.1x en WPA/WPA2 zijn niet

beschikbaar voor ad hoc netwerken.) Als u

Open

netwerk

selecteert, wordt er geen codering toegepast.

U kunt de WEP-, 802.1x- en WPA-functies alleen

gebruiken als het netwerk dat ondersteunt.

Toegangspunt gebruiken

— Selecteer

Na

bevestiging

om het apparaat zodanig in te stellen dat

om bevestiging wordt gevraagd voordat de verbinding

die gebruikmaakt van dit toegangspunt tot stand

wordt gebracht, of selecteer

Automatisch

om het

apparaat zodanig in te stellen dat automatisch

verbinding met de bestemming wordt gemaakt via dit

toegangspunt.

Voer de instellingen voor de geselecteerde

beveiligingsmodus in en selecteer

WLAN-

beveiligingsinstell.

.

Geavanceerde WLAN-instellingen

Selecteer

Opties

>

Geavanc. instellingen

en kies een

van de volgende opties:

IPv4-instellingen

— Voer het IP-adres van het

apparaat, het IP-adres van het subnet, de

standaardgateway en de IP-adressen van de primaire

en secundaire DNS-servers in. Neem voor deze adressen

contact op met uw internetprovider.

IPv6-instellingen

— Definieer het type DNS-adres.

Ad-hoc kanaal

(uitsluitend voor ad-hocnetwerken)

— Selecteer

Door gebr. gedef.

als u handmatig een

kanaalnummer (1-11) wilt invoeren.

Proxyserveradres

— Voer het adres van de

proxyserver in.

Proxypoortnummer

— Voer het nummer van de

proxypoort in.