Nokia E72 - Externe configuratie

background image

Externe configuratie

Selecteer

Menu

>

Bed. paneel

>

Telefoon

>

App.beheer

.

Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en

software op uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server maken om

configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen.

U kunt ook serverprofielen en andere configuratie-

instellingen ontvangen van uw serviceproviders of de

afdeling informatiebeheer van uw bedrijf. Onder

configuratie-instellingen vallen bijvoorbeeld ook

instellingen van de verbinding die door andere

toepassingen in het apparaat worden gebruikt. De

beschikbare opties kunnen verschillen.
De server start meestal de externe configuratieverbinding

als de instellingen van het apparaat moeten worden

bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u

Opties

>

Serverprofielen

>

Opties

>

Nieuw

serverprofiel

.

Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een

configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het

volgende:

Servernaam

— Voer een naam voor de

configuratieserver in.

Server-ID

— Voer de unieke ID van de

configuratieserver in.

Serverwachtwoord

— Voer het wachtwoord in

waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.

Toegangspunt

— Selecteer het toegangspunt dat u

wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw

toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt

gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens

wanneer u verbinding maakt. Deze instelling is alleen

beschikbaar als u

Internet

hebt geselecteerd als

dragertype.

Hostadres

— Voer het webadres van de

configuratieserver in.

Poort

— Voer het poortnummer van de server in.

Gebruikersnaam

en

Wachtwoord

— Voer uw

gebruikers-ID en wachtwoord in voor de

configuratieserver.

Configuratie toestaan

— Selecteer

Ja

om de server

een configuratiesessie te laten initiëren.

Automatisch accepteren

— Selecteer

Ja

als u niet wilt

dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren

van een configuratiesessie.

Netwerkverificatie

— Geef aan of HTTP-verificatie

moet worden gebruikt.

Gebruikersnaam netwerk

en

Wachtwoord

netwerk

— Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in

voor de http-verificatie. Deze instelling is alleen

beschikbaar als u

Netwerkverificatie

heeft

geselecteerd voor gebruik.

Selecteer

Opties

>

Configuratie starten

als u verbinding

wilt maken met de server om de configuratie-instellingen

voor uw apparaat te ontvangen.

121

Beve

iliging en gegeve

nsbe

hee

r

background image

Als u het configuratielogboek van het geselecteerde

profiel wilt weergeven, selecteert u

Opties

>

Logboek

bekijken

.

Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de

lucht, selecteert u

Opties

>

Controleren op updates

.

Door het bijwerken worden uw instellingen niet gewist.

Als u het updatepakket op het apparaat hebt ontvangen,

volgt u de aanwijzingen op het scherm. Het apparaat

wordt opnieuw gestart als de installatie is voltooid. Bij het

downloaden van software-updates worden mogelijk

grote hoeveelheden gegevens overgedragen

(netwerkdienst). Zorg ervoor dat de batterij van het

apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is

aangesloten voordat u begint met bijwerken.

Waarschuwing: Tijdens het installeren van een

software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs

niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie

voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld.