Externe configuratie
Selecteer
Menu
>
Bed. paneel
>
Telefoon
>
App.beheer
.
Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en
software op uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server maken om
configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen.
U kunt ook serverprofielen en andere configuratie-
instellingen ontvangen van uw serviceproviders of de
afdeling informatiebeheer van uw bedrijf. Onder
configuratie-instellingen vallen bijvoorbeeld ook
instellingen van de verbinding die door andere
toepassingen in het apparaat worden gebruikt. De
beschikbare opties kunnen verschillen.
De server start meestal de externe configuratieverbinding
als de instellingen van het apparaat moeten worden
bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Opties
>
Serverprofielen
>
Opties
>
Nieuw
serverprofiel
.
Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een
configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het
volgende:
•
Servernaam
— Voer een naam voor de
configuratieserver in.
•
Server-ID
— Voer de unieke ID van de
configuratieserver in.
•
Serverwachtwoord
— Voer het wachtwoord in
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
•
Toegangspunt
— Selecteer het toegangspunt dat u
wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt
gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens
wanneer u verbinding maakt. Deze instelling is alleen
beschikbaar als u
Internet
hebt geselecteerd als
dragertype.
•
Hostadres
— Voer het webadres van de
configuratieserver in.
•
Poort
— Voer het poortnummer van de server in.
•
Gebruikersnaam
en
Wachtwoord
— Voer uw
gebruikers-ID en wachtwoord in voor de
configuratieserver.
•
Configuratie toestaan
— Selecteer
Ja
om de server
een configuratiesessie te laten initiëren.
•
Automatisch accepteren
— Selecteer
Ja
als u niet wilt
dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren
van een configuratiesessie.
•
Netwerkverificatie
— Geef aan of HTTP-verificatie
moet worden gebruikt.
•
Gebruikersnaam netwerk
en
Wachtwoord
netwerk
— Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in
voor de http-verificatie. Deze instelling is alleen
beschikbaar als u
Netwerkverificatie
heeft
geselecteerd voor gebruik.
Selecteer
Opties
>
Configuratie starten
als u verbinding
wilt maken met de server om de configuratie-instellingen
voor uw apparaat te ontvangen.
121
Beve
iliging en gegeve
nsbe
hee
r
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde
profiel wilt weergeven, selecteert u
Opties
>
Logboek
bekijken
.
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de
lucht, selecteert u
Opties
>
Controleren op updates
.
Door het bijwerken worden uw instellingen niet gewist.
Als u het updatepakket op het apparaat hebt ontvangen,
volgt u de aanwijzingen op het scherm. Het apparaat
wordt opnieuw gestart als de installatie is voltooid. Bij het
downloaden van software-updates worden mogelijk
grote hoeveelheden gegevens overgedragen
(netwerkdienst). Zorg ervoor dat de batterij van het
apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is
aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs
niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie
voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld.