De batterij opladen
De batterij is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen. Als
wordt aangegeven dat het batterijniveau laag is, gaat u
als volgt te werk:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de stekker van de lader aan op het apparaat.
17
Aan d
e sl
ag
Als u een USB-lader gebruikt, sluit u de stekker van de
lader aan op de USB-connector.
3. Wanneer wordt aangegeven dat de batterij volledig is
opgeladen, ontkoppelt u de oplader van het apparaat
en haalt u deze uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet gedurende een bepaalde periode
op te laden en u kunt het apparaat gebruiken terwijl het
wordt opgeladen. Als de batterij volledig ontladen is, kan
het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator op
het scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
Laden met de USB-gegevenskabel
Het laden van de batterij gaat met de USB-gegevenskabel
langzamer dan met de lader. Laden met de USB-
gegevenskabel werkt mogelijk niet als u een USB-hub
gebruikt. USB-hubs kunnen incompatibel zijn voor het
laden van een USB-apparaat.
Als de USB-gegevenskabel aangesloten is, kunt u tegelijk
met het laden ook gegevens overdragen.
1. Gebruik een compatibele USB-gegevenskabel om het
apparaat aan te sluiten op een compatibel USB-
apparaat.
Afhankelijk van het type apparaat dat u gebruikt voor
het laden, kan het enige tijd duren voor het laden van
start gaat.
2. Als het apparaat ingeschakeld is, selecteert u een van
de beschikbare USB-modi.